vrijdag 26 november 2010

Sofia en Elvira

Tijdens onze week in Hälsingland woonden we zo ongeveer op de veranda. Op één dag na was het heerlijk weer, en we hadden de beschikking over de complete begane grond van een boerderij. Ontbijten op de veranda, eindeloos lezen en handwerken op de veranda, lunchen op de veranda, avondeten op de veranda - het was maar goed dat paardje Egon zijn eigen weitje en stal had! Achter de veranda een grasveld, daarachter weer een wei, met kalveren, die ons maar raar vonden, en de eerste dagen regelmatig op een rijtje achter het hek naar ons stonden te staren. Om vervolgens schielijk weg te stuiteren, staarten omhoog, als we te dicht bij kwamen. Maar zelfs aan ons was te wennen.

Sofia en Elvira hadden het al heel snel in de gaten: zodra Marina, Eva of Yuri in de buurt kwamen lag één van de twee plat op de zij achter het hek, om lekker geborsteld te worden. Of om een hardloopwedstrijd te doen, wie het eerst aan de andere kant van de wei is. Sofia en Elvira waren de twee biggen, die hun nachtverblijf in de stal van Egon hadden. Hoewel ze wel hun best deden om zich onder het hek door te graven, dat wel.



Voor mij was na die week één ding heel erg duidelijk: ons Zweedse huis moet een grote keuken hebben, liefst heel groot. En als het even kan ook een veranda. Maar de keuken is belangrijker. En als er dan ook nog in de buurt Bollnäs-fil te koop is, zit het wel snor. Fil, daar moet je van houden. Het heeft de textuur van yoghurt, maar dan van wat wij thuis noemen "échte yoghurt", niet die aangezuurde troep die hier verkocht wordt. Lekker romig, met de smaak van vers gekarnde karnemelk van de boerenmarkt. Naturel niet te versmaden (vind ik, evenals Richard en Marina, maar Eva en Yuri vinden het niet te hachelen), maar met verbrokkeld tünnbrod en wat vers zomerfruit een ware ontbijt-delicatesse. Uiteraard bestaan er ook tig vormen fil met smaakjes en fruit al toegevoegd. Die uit Bollnäs is in heel Zweden beroemd, en laat ons die week nu net een paar km van Bollnäs zitten! Dat was boffen.

De eieren kwamen die week bij de boerderijkippen vandaan - als ze zin hadden om eieren te leggen. Soms waren ze nog warm als we ze kregen, de pannenkoeken smaken dan toch opeens heel anders. Op een mooie zomerse namiddag kwam de haan met een paar van zijn kippen langs de veranda wandelen. Aangezien de eigenaren boven ons op hun balkon zaten, gingen we ervanuit dat dat volstrekt legitiem was. Maar even later ontstond er toch een grote klopjacht op de ontsnapte kippen, die inmiddels heerlijk bij de kalveren in de wei liepen, en zich de zojuist verworven vrijheid niet meteen weer lieten afnemen. Pas toen het al flink begon te schemeren werd de laatste voortvluchtige tussen de bessenstruiken vandaan gehaald.

Qua natuur sprak Hälsingland ons erg aan: vriendelijk, groen, bossen, meertjes, rivieren, landbouwgrond, en overal één of meer handenvol huizen neergestrooid. Lekker geen ruilverkaveling. En als je ergens rijdt en je twijfelt even, dan heb je niet meteen een toeterende auto op je bumper. Ruimte zat, ook op de weg en dat rijdt lekker! In zo'n gebied als dit zouden we allemaal wel kunnen wonen. Dat komt eigenlijk wel goed uit, want Värmland schijnt hier wel erg op te lijken. Maar daarover later!

donderdag 25 november 2010

De huskies in Jämtland...

Het duurde niet lang, of Marina had een mooie vakantiebestemming gevonden... Na een avondje achter de laptop word ik erbij gehaald - of we dáár niet heen kunnen in de zomer? Op de website van "Ik vertrek" wordt Zweden opgezocht, en ik wordt op een stoel aan tafel neergeplant voor een aflevering die Claudia en Richard van Kooten volgt naar Jämtland. Ze organiseren daar o.a. husky-sledetochten in de winter, en verhuren blokhutten. Marina ziet dat wel zitten en schrijft ze een mail.

Uiteindelijk brengen we er een week door in juli, uiteraard zonder sneeuw, maar wel in de blokhut met uitzicht over het meer én de 60 huskies, die ze mogen helpen verzorgen. Dat betekent dat Yuri af en toe best mee wil om in de omgeving iets te gaan doen, maar dan moeten we wél om half vier terug zijn om de honden eten te geven, lege bakken op te halen, water bij te vullen én poep te scheppen.

Als dat allemaal gedaan is mogen ze in de kennels, waar Ronan, Rev en Ripa, de jongsten van het spul, zich met groot enthousiasme op een verloren slipper storten. Of op een losse veter. Of een bril van een neus happen. En in een andere kennel wordt Marina's witte jas vakkundig van een originele, unieke husky-print voorzien, omdat ze absoluut even geknuffeld moet worden. En ja, wat maakt het uit dat het net lekker modderig is na een flinke regenbui? De jas wordt nu als trofee bewaard: de print ging er in de was gelukkig niet uit.



Een kwartiertje na voedertijd stijgt er een heerlijk groepsgehuil op uit de kennels, maar verder is het, als jachthond Dexter niet voor drukte zorgt, heerlijk rustig. Geen autogedruis op 10 meter van je tuintafel, en al helemaal geen langsscheurende pizza-coureurs, wát een verademing. Hoewel de verlatenheid voor Richard wel een beetje te veel van het goede is misschien, ook goed om te merken. Zelf zou ik het er best uithouden, genoeg te doen, maar ja, er moet wel geld verdiend worden. Per slot van rekening hebben we drie kinderen die nog een vak moeten leren. We zullen wat concessies moeten doen aan het principe "Rust en ruimte". De frisse lucht zal wel niet zo'n probleem vormen, als we de steden kunnen vermijden.

dinsdag 16 november 2010

... maar we zouden toch naar Frankrijk?

- Hoi mam, we gaan naar Frankrijk!
- Leuk, hebben we ook al een huis?
- Ja, kijk maar...

Een mooie juni-avond, ruim een jaar geleden, en ik kom net terug van het station: zoon Yuri weggebracht naar een weekendje logeren. Thuis tref ik man Richard en dochters Eva en Marina voor de computer, druk huizen aan het zoeken in Frankrijk. De drang om de Nederlandse drukte voor een tijdje te verruilen voor wat meer rust, ruimte en frisse lucht heeft weer eens de kop opgestoken, maar het lijkt erop dat we het dit keer toch echt gaan uitwerken. Waar willen we wonen, en wat gaan we er doen? Dat laatste zal toch wel iets met muziek worden: kamermuziekcusussen, workshops, proefspeltraining, dat soort dingen. En wonen? Liefst alles in eigen beheer, dus dat wordt zoeken naar een boerderij met wat grond. Dan hebben we meteen het eerste probleem: een betaalbare boerderij is best te koop, type bouwval uiteraard.

Eerst maar eens wat emigratie-websites zoeken en bestuderen, en natuurlijk in de herfst naar de Frankrijk-informatie-dag.

De emigratie-websites zorgen uiteindelijk voor een ommezwaai, want Richard volgde heel impulsief een link: emigreren naar Zweden. En op de Frankrijk-dag spraken we mensen die van Zweden naar Frankrijk zijn verhuisd. We gaan maar weer eens een zomervakantie in Scandinavië boeken. Zweden dus. Drie verschillende gebieden die ons wel wat lijken. Rustig bekijken waar we wel zouden willen wonen. Misschien in daaropvolgende vakanties nog andere gebieden uitkammen, en dan zien we in de zomer van 2011 wel waar we iets gaan opzetten voor een tijdje. Zoiets moet je niet overhaasten. Toch? Ongemerkt is Frankrijk van het toneel verdwenen.